Infectieziekten

Van verkoudheid tot aids, van diarree tot rode hond, onschuldig of gevaarlijk, het zijn allemaal infecties. Dat je in je zwangerschap door een of ander virus of bacterie wordt getroffen is dus vrij groot. Gelukkig kan dat meestal geen kwaad. Ons lichaam is tegen veel infecties goed bestand. Een verkoudheid of een eenvoudige griep zal de ongeboren baby niet schaden.

Infectieziekten zijn ziekten die veroorzaakt worden door o.a. virussen, bacteriën, parasieten of schimmels. Het overdragen van infectieziekten gebeurt op drie manieren:

• direct; door hoesten, niezen, huidcontact, seksueel contact, verkoudheid, de griep, de vijfde ziekte, de mazelen
• indirect; door het eten of drinken van iets dat besmet is met ziekteverwekkers zoals Toxoplasmose of vieze toiletten
• via dieren; zoals muggen (malaria), teken (de ziekte van Lyme) of schapen en geiten (Q-koorts)

Sommige infectieziekten, zoals verkoudheid en griep, komen vaak voor en genezen snel. Maar er zijn ook ernstige infectieziekten waarbij een goede en snelle behandeling nodig is. Bijvoorbeeld tuberculose (tbc) en hepatitis B.

Voorkomen is beter dan genezen!

Met goede hygiëne kun je veel besmettingen voorkomen; hoesten of niezen in je elleboog, handen wassen na toiletbezoek of verschoning van kinderen en voor het bereiden en eten van voedsel en niet met elkaars bestek eten. Als je weet dat iemand ziek is of een kind een kinderziekte heeft, vermijd dan contact met de persoon tot deze genezen is of de besmettelijke periode voorbij is.

Niet alle infecties kun je voorkomen, maar je kunt de kans op besmetting wel verkleinen, bekijk of download de folder hier voor alle informatie van het RIVM over gevaarlijke infectieziekten tijdens de zwangerschap.